{{ category.title }}
Onderzoeken
van het gehoor en luistersysteem
-
- ‘Klassieke’ audiometrie: een eenvoudig maar robuuste screening van het gehoor waarbij we op acht frequenties het gehoor meten. Een basistest.
- Z-score audiometrie: verwerken van de resultaten van een basis-audiometrie, in functie van geslacht en leeftijd, geeft voor sommige aandoeningen een beter beeld.
- Spraakaudiometrie/spraak in ruis (SPIN): meet het verstaan van spraak in verschillende omstandigheden. Nog steeds geen weerspiegeling van het echte leven, maar toch al veel meer dan met klassieke audiometrie.
- OAE (Oto-akoestische emissies): meet de functie van de haarcellen in het slakkenhuis.
- BERA (brainstem evoked response audiometry): geluiden worden uitgezonden en de respons van de hersenstam wordt gemeten. Hiermee kan de integriteit van de gehoorzenuw worden geëvalueerd. Deze meting geeft informatie over problemen thv gehoorzenuw en/of hersenstam: om vb een neuro-vasculair conflict of een acusticusneurinoom uit te sluiten.
- ‘Klassieke’ audiometrie: een eenvoudig maar robuuste screening van het gehoor waarbij we op acht frequenties het gehoor meten. Een basistest.
-
De onderzoeken van het gehoor zijn voor het luistersysteem ook van belang.
Onderzoeken die specifiek het functioneren van het luistersysteem meten, bestaan (nog) niet.
Daarom werken we met onrechtstreekse methoden. Vragenlijsten die peilen naar alertheid en concentratie, naar luisterinspanning, naar de klachten geven een richting aan. Nadien analyseren we het resultaat van diagnostische proefbehandelingen zoals Tympanic tuning, een korte medicamenteuze kuur. En bij een proefsessie electrostimulatie worden de correcte stimulatieparameters opgezocht.
Twee veelbelovende meetmethoden voor de functie van middenoorspieren en het luistersysteem zijn in ontwikkeling: een ‘drukmeting’ die in aan de universiteit van Aix-Marseille wordt ontwikkeld, en een ‘luistertest’ die door de Luisterkliniek wordt ontwikkeld.
Soms is het nuttig om extra onderzoeken te doen: bloedafname, beeldvorming zoals CT of NMR, qEEG, of een verwijzing voor verdere uitwerking door de fysiotherapeut, psycholoog of pijnkliniek.